Humanisering is ‘het bevorderen van meer humane maatschappelijke verhoudingen en omstandigheden.’ De humaniseringslijn (HUM) valt in twee studieonderdelen uiteen. In het eerste studieonderdeel (B1-HUM1) gaat de aandacht uit naar concepten en begrippen rondom de actuele levensloop. Er wordt vooral gekeken naar de relatie tussen levensloop en modernisering aan de hand van het werk van Giddens (1991), een roman van Tara Westover (“Educated”, 2018) en artikelen over vorming/flourishing. Met name de assen ‘gender’, ‘leeftijd’ en “opleiding” worden als zoeklicht gekozen om naar de actuele levensloop te kijken.
In het tweede studieonderdeel van HUM is vooral veel aandacht voor processen van in- en uitsluiting en afwijkende levenslopen van jongeren, ouderen, vluchtelingen, psychiatrisch patiënten, daklozen en criminelen. Er wordt aandacht besteed aan mensen die op de een of andere manier ‘buiten de boot vallen’. Dat doen we aan de hand van relevante teksten over psychiatrie, stateloosheid, maatschappelijke uitsluiting en totale instituties . We gaan op werkbezoek bij relevante werkvelden als de psychiatrie, Leger des Heils, het Wereldhuis, een gevangenis, een ROC, gemengde scholen en bejaardenhuizen waarin niet alleen processen van in- en uitsluiting, maar ook processen van humanisering zichtbaar zijn.
Humanisering wordt hier omschreven als het streven om vormen van uitsluiting zo veel mogelijk te bestrijden. Wij kijken naar uitsluiting van kinderen in gesegregeerde vormen van onderwijs, de opvang van kwetsbare mensen in de psychiatrie, naar opsluiting van mensen in gevangenissen, de geestelijke begeleiding van ouderen in oudereninstellingen, naar de opvang van daklozen en statelozen in Leger des Heils en het ROS, het Wereldhuis en Villa Vrede. Ook wordt gekeken naar de rol die humanistici spelen bij het streven naar humanisering, dat wil zeggen het bestrijden van uitsluiting.
Afgestudeerde humanistici worden in de praktijk dagelijks geconfronteerd met mensen die onder processen van uitsluiting te lijden hebben. Daarom werken wij in deze module toe naar de afsluitende werkbezoeken waarbij studenten in gesprek gaan met humanistisch geestelijk raadslieden die gedetineerden, asielzoekers, leerlingen, ouderen en psychiatrisch patiënten begeleiden. En tijdens het werkbezoek zoeken wij naar manieren waarop studenten zelf met de gedetineerden, asielzoekers, etc., in gesprek kunnen gaan. Ook hier blijft de normativiteit overeind staan als leidraad: we gaan samen op zoek naar betere en meer humane levensomstandigheden voor mensen die gemarginaliseerd of uitgesloten (dreigen) te worden.
Na afloop van deelname aan B1-HUM2 In- en uitsluiting volgens de eisen:
Geen
Levensbeschouwelijke, arbeidsmarktgerichte en academische vorming
Dit studieonderdeel draagt bij aan zowel levensbeschouwelijke, arbeidsmarktgerichte als academische vorming. Studenten krijgen academische kennis op het gebied van afwijkende levenslopen en processen van in- en uitsluiting, verkennen door hun werkbezoeken voor humanistici relevante werkvelden en worden gestimuleerd een eigen visie op de relatie tussen uitsluiting en humanisering te ontwikkelen (zie leerdoel 3).
Korte toelichting samenhang andere onderdelen
Verticale afstemming (afstemming op Humanisering 1 (module 2), Humanisering 2 en Humanisering 3):
Dit studieonderdeel vormt samen met B1-HUM1 het theoretische fundament waarop in de humaniseringslijn in het tweede en het derde jaar wordt voortgebouwd. In dit studieonderdeel onderzoeken wij hoe het concrete individu binnen instituties – al dan niet afwijkend – vorm geeft aan zijn of haar levensloop. Het is dus het microniveau van de humaniseringslijn die in Humanisering 1 wordt belicht. In Humanisering 2 wordt vooral naar het macroniveau van de processen van humanisering gekeken. Hierin worden thema’s als globalisering en kosmopolitisme aangesneden. In Humanisering 3 wordt het mesoniveau van de humanisering belicht. Studenten onderzoeken in jaar 3 hoe humanisering binnen instituties gestalte krijgt.
De werkbezoeken die in dit studieonderdeel op touw worden gezet, zijn in lijn met H2 en H3 waarin ook in kleine groepen onderzoek wordt gedaan naar processen van humanisering binnen instituties.
Werkvormen