De bachelor-thesis betreft een theoretisch en/of empirisch onderzoek waarmee de student de bacheloropleiding humanistiek afsluit. Het betreft een beperkt, maar wetenschappelijk verantwoord onderzoek dat uitmondt in een thesis van minimaal 6000 en maximaal 8000 woorden.
Voor de uitvoering en afronding van de bachelor-thesis is een traject ontworpen met diverse bijeenkomsten en begeleidingsmomenten. Het traject begint in periode III, waarin wordt gewerkt aan de onderzoeksopzet. In een startbijeenkomst wordt uitgelegd wat de gang van zaken van dit studieonderdeel is. Na de startbijeenkomst maakt de student een keuze uit een lijst van onderwerpen die docenten aanbieden. Als de onderwerpskeuze vaststaat en de begeleidende docenten bekend zijn, wordt een college gegeven over het ontwikkelen van een onderzoeksvoorstel met daarop volgend de trainingen ‘Bibliotheek Vaardigheden (BiVa)’ om studenten te ondersteunen bij het zoeken naar literatuur voor de thesis. De onderzoeksopzet wordt aan het einde van periode III afgerond.
Het zwaartepunt van het thesistraject valt in periode IV omdat in deze periode het onderzoek wordt uitgevoerd en afgerond. De toegewezen docent begeleidt de student gedurende het thesistraject. De begeleiding heeft betrekking op de inhoud van de thesis, op het structuren ervan en op verantwoord ‘wetenschappelijk lezen en schrijven’. Daarnaast wordt de student begeleid bij het toepassen van de onderzoeksethische gedragscodes van UNL/KNAW, waaronder het informed consent en zorgvuldig datamanagement.
Na afloop van deelname aan B3-BT Bachelor thesis volgens de eisen kan de student:
Verplicht: Bachelor leerjaar 1. Gewenst: alle Onderzoeksvakken uit leerjaar 2 en 3.
Levensbeschouwelijke, arbeidsmarktgerichte en academische vorming
Dit studieonderdeel draagt met name bij aan de academische vorming van studenten: studenten trainen zich in het doen van wetenschappelijk onderzoek in de humanistiek.
Korte toelichting samenhang andere onderdelen
De bachelorthesis is het sluitstuk van de bacheloropleiding waarin eerder gevolgde inhoudelijke en methodologische studieonderdelen samenkomen. Tevens is het een voorbereiding op de master.
Werkvormen
Zelfstudie, begeleiding (in kleine groepjes en individueel), een startbijeenkomst, BiVa-practica en twee instructiebijeenkomsten.
Studenten werken vooral zelfstandig aan hun eigen onderzoek en thesis. Daarbij worden ze gecoacht door hun thesisbegeleider, zowel individueel als groepsgewijs (wanneer de begeleider meerdere studenten onder zijn of haar hoede heeft). De plenaire startbijeenkomst aan het begin van periode III is bedoeld om de gang van zaken in dit studieonderdeel toe te lichten en een onderwerp voor de thesis te kiezen. De BiVa-practica helpen studenten op gang met het systematisch zoeken naar literatuur voor het eigen onderzoek. De twee instructiebijeenkomsten bieden ondersteuning bij het ontwerpen van een onderzoeksopzet en de opbouw van de thesis door middel van (peer) feedback.