In dit vak staat het normatieve concept van gezondheid centraal. Gezondheid is een breed begrip, dat veel gebieden (lichamelijk, psychisch, spiritueel en maatschappelijk) van het leven beslaat en daar zijn invloed doet gelden. Het is geen neutraal concept, want krijgt invulling binnen veranderende maatschappelijke, culturele en sociale relaties. In de diverse contexten waarin geestelijk verzorgers werken zien we eveneens verschillende invullingen waar ook verschillende praktijken mee gemoeid zijn, bijvoorbeeld (morele) weerbaarheid bij Defensie of de politie, vitaliteit van werknemers in het bedrijfsleven of de zorg, herstel in de psychiatrie, en eigen regie in de zorg thuis. De vraag die in deze module de rode draad vormt is: welke ruimte is er in dergelijke concepten van gezondheid voor zingeving?
De module voorziet aankomend geestelijk verzorgers van een theoretische en methodische inbedding voor het kritisch analyseren van gezondheidspraktijken op zingevingsthematiek en voor de begeleiding van personen, groepen en gemeenschappen in het versterken van een zingevingsperspectief.
Dit vak kent twee met elkaar verbonden lijnen:
1. Een maatschappelijk-theoretische lijn, waarin de vraag aan de orde is hoe gezondheid wordt geconceptualiseerd in specifieke domeinen en bij specifieke thema's. Deze lijn krijgt gestalte via (interactieve) colleges, het bestuderen van literatuur en dialoog in de werkgroepen. Deze invalshoek krijgt onder meer gestalte door een praktijkverkenning naar een specifieke gezondheidsproblematiek – en de daarmee verbonden ‘zorg voor zingeving’ - om theorie en praktijk te verbinden.
2.Een praktijklijn, waarin de vraag centraal staat: hoe kan de aandacht voor zingevingsvragen versterkt worden in praktijken die zich richten op een specifiek gezondheidsthema (bv burnout, moral injury, obesitas)?
Na het volgen van het studieonderdeel M1-BEG2 volgens de eisen kan de student:
Geen
Levensbeschouwelijke, arbeidsmarktgerichte en academische vorming
Dit vak draagt bij aan zowel levensbeschouwelijke, beroepsgerichte als academische vorming, gekoppeld aan de maatschappelijk-theoretische, praktisch3- methodische en persoonlijke invalshoek van het vak.
Korte toelichting samenhang andere onderdelen
Dit vak is een verdieping van Begeleiding 1 met nadrukkelijk de focus op ‘zorg voor zingeving’ als een praktijk die gerelateerd is aan een brede notie van gezondheid en ook door andere professionals dan geestelijk verzorgers invulling krijgt. In de reflectie op persoonlijke (existentiële en levensbeschouwelijke) thema's bouwt het eveneens hier op voort en in haar aandacht voor academisch schrijven ook op het vak Bronnen van humanisme: natuur en mens.
Werkvormen
Literatuurstudie; praktijkverkenning; colleges, oefeningen en opdrachten in buddygroepen.
Relatie theorie-praktijk
Theoretische inzichten met betrekking tot zingeving in relatie tot gezondheid worden gekoppeld aan de praktijk van (humanistisch) geestelijke verzorging en breder: de zorg voor zingeving (spiritual care); als ook aan existentiële ervaringen van de student. De student ontwikkelt vaardigheden in het signaleren en bespreekbaar maken van zingevingsvragen bij personen en in groepen.
Relatie onderwijs-onderzoek
Dit vak is gerelateerd aan het onderzoek van de leerstoelgroep Humanistische Geestelijke Verzorging Studies voor een Plurale Samenleving, in het bijzonder aan het onderzoek van de Landelijke Kenniswerkplaats Zingeving en Geestelijke Verzorging.
Mogelijkheid tot specialisatie
Het kiezen van een specifiek onderwerp voor het eindpaper behoort tot de mogelijkheden.