Rituelen zijn van oudsher culturele en religieuze praktijken bij de omgang met grenservaringen. In de huidige plurale en interlevensbeschouwelijke samenleving zien wij nieuwe rituelen op collectieve en individuele breukmomenten ontstaan, zoals na rampen, geweld of bij persoonlijke transitiemomenten. In dit studieonderdeel staat de beroepspraktijk van de geestelijk verzorger centraal met focus op de betekenis, functie en vorm van rituelen en symbolen. Wat hebben rituelen te bieden in het werkveld van GV? Hoe kunnen HGVers ritueel competent worden en (nieuwe) rituelen vormgeven vanuit eigen levensbeschouwelijke bronnen? Rituelen worden hierbij met name bestudeerd vanuit actieve, vernieuwende vormen van ritualizing: het heruitvinden van rituelen in onze plurale samenleving. Vragen zullen aan bod komen zoals: Wat is ritueel? Wat zijn de psychologische, levensbeschouwelijke, sociale en culturele betekenissen van rituelen? Wat is de opbouw van een ritueel en hoe geef je een humanistisch ritueel vorm?
Vanuit de betekenisdimensie bij grenservaringen wordt in dit studieonderdeel gewerkt aan het ontwerpen van nieuwe rituele handelingen, objecten, symbolen en teksten die passen bij een humanistische, pluralistische levensbeschouwing. Het doel van dit vak is het verbinden van theorie en praktijk. De verplichte literatuur dient als theoretisch fundament voor het begrijpen van (nieuwe) rituelen, zoals bij afscheid, dood, rouw en voor het vieren van belangrijke momenten. In de colleges ligt de nadruk op het bestuderen en begrijpen van ritueel in onze samenleving. In de werkgroepen (het ‘ritueel lab’) wordt actief en creatief gewerkt met het ontwerp van nieuwe rituelen. Studenten ontwerpen, presenteren eigen rituelen en nemen ook (deels) deel aan de gepresenteerde rituelen.
Na afloop van deelname aan M2-BVBEG3 volgens de eisen kan de student:
Gewenst: M1-BEG1 en M1-BEG2.
Levensbeschouwelijke, arbeidsmarktgerichte en academische vormingDit vak draagt met name bij aan de levensbeschouwelijke en beroepsgerichte vorming. Met betrekking tot de levensbeschouwelijke vorming leren de studenten om te gaan met en zich te verhouden tot grenservaringen van cliënten in de beroepspraktijk en hierbij hun eigen levensbeschouwelijke visie verder te ontwikkelen. Hoe kun je mensen begeleiden die te maken krijgen met verdriet, tragiek en rouw? Hoe kan een viering worden vormgegeven? Studenten leren om te werken met rituele handelingen in de begeleiding van cliënten en het vormgeven en uitvoeren van rituelen. Hierbij gaan zij zelf nieuwe rituele handelingen en symbolen ontwerpen en leren rekening te houden met zowel verschillende elementen van het ritueel als ook met een divers publiek.
Korte toelichting samenhang andere onderdelenDit vak bouwt voort op de kennis van M1-BEG1 en M1-BEG2 en zal zich specifiek richten op rituelen in het begeleidende werk met focus op grenservaringen van verlies en rouw. Daarnaast is het voor dit studieonderdeel wenselijk dat de studenten stage lopen of hebben gelopen, zodat ze eigen ervaringen uit de praktijk in kunnen brengen en de geleerde vaardigheden kunnen oefenen tijdens de stage.
WerkvormenHoorcolleges voor de inleidende kennis m.b.t. rituelen en grenservaringen; werkcolleges waarbij wordt geoefend met casuïstiek en rituele begeleiding, het liefst uit de stage-ervaringen van studenten, om zich op deze manier voor te bereiden op de beroepspraktijk. Hierbij worden verschillende aspecten van het ritueel geoefend, o.a. het vinden van een passend symbool, het uitwerken van de rituele scenes & het daadwerkelijk uitvoeren van het ritueel.
Relatie theorie-praktijkRituelen zijn een van de kerntaken GV. De vraag naar nieuwe rituelen is groot en vraagt naast aandacht voor existentiële thematiek ook verbeelding, creativiteit en sensitiviteit om betekenisvolle rituelen te ontwerpen en uit te voeren. In dit vak leren studenten met rituele handelingen en symbolen te werken. Rituelen brengen breukervaringen onder de aandacht en geven hier op een speciale manier vorm aan. Daarnaast werken GVers met bezinningsbijeenkomsten in verschillende contexten, die ook vragen om rituele competenties. Tot slot zullen verschillende perspectieven over rouw worden besproken, om de geestelijke begeleider handvatten te geven voor de begeleiding van cliënten die bv. een dierbare hebben verloren of te maken hebben met andere verlieservaringen.
Relatie onderwijs-onderzoekDit vak wordt georganiseerd vanuit de onderzoekervaring van de hoofddocente Joanna Wojtkowiak. Haar onderzoek richt zich op nieuwe rituelen in onze huidige context met een focus op zingeving bij breukervaringen.
Mogelijkheid tot specialisatieDoor dit vak kunnen studenten zich specialiseren in rituele begeleiding en rouw op het gebied van geestelijke verzorging; binnen het studieonderdeel is de mogelijkheid tot specialisatie beperkt.
Voor dit vak geldt een maximum aantal deelnemers. Om zeker te zijn van deelname is het advies om je zo spoedig mogelijk tijdens het intekentermijn in te schrijven.