In dit studieonderdeel staan lichamelijke en narratieve perspectieven op zingeving en geestelijke verzorging centraal. Lichamelijkheid en narrativiteit worden hierbij interdisciplinair en in onderlinge samenhang benaderd, als fenomenen met een relationele en sociaal-politieke dimensie. De aangereikte perspectieven worden geplaatst in het licht van lopende (nationale en internationale) discussies en ontwikkelingen in geestelijke verzorging en chaplaincy.
Geestelijke verzorging wordt hierbij opgevat als het brede vak- en taakgebied van zorg dragen voor zingeving van mensen in relatie tot humanisering van instituties en de samenleving. Dit vak- en taakgebied is dynamisch: het omvat de beroepsgroep van geestelijk verzorgers maar is daar niet toe beperkt: ook allerlei andere professionals zijn werkzaam op het gebied van geestelijke verzorging, waaronder beleidsmakers, educatieprofessionals en onderzoekers die zich richten op zingeving in relatie tot humanisering, of dat nu op het niveau van individuele of groepsbegeleiding, de organisatie of de samenleving is.
We verkennen hoe vanuit de aangereikte theorie verschillende methodieken van (humanistische) geestelijke verzorging naar voren komen, en hoe deze methodieken in te zetten in uiteenlopende situaties en contexten. Hierbij fungeert het model van een basismethodiek voor geestelijke verzorging volgens Smit (2015) als leidraad door de module. We zullen zowel klassikaal als in kleinere groepen aan de slag gaan met casuïstiek en eigen (praktijk)ervaringen om op deze manier verschillende methodische handvatten en aandachtspunten eigen te maken. Elke week bereidt een groepje studenten bovendien een werkvorm rond het thema van de week voor en voert dat in de les uit.
Na deelname aan het vak HUM2-30 kunnen studenten volgens de eisen:
Gewenst: Eerste masterjaar afgerond.
Academische kennis
Beroepsvaardigheden
Persoonsvorming
Relatie met geestelijke verzorging als breed vak- en taakgebied
Dit vak richt zich op twee wezenlijke perspectieven op geestelijke verzorging; en biedt fundamentele beroepsvaardigheden die nodig zijn om begeleiding bij zingeving te bieden en het belang daarvan in een organisatie uit te dragen.
Werkvormen
Hoorcolleges, werkcolleges en practica. De studenten wordt gevraagd eigen ervaringen uit zowel hun persoonlijk leven als uit de stage/werkpraktijk in te brengen om mee te werken en deze te koppelen aan de literatuur. Belangrijk uitgangspunt van deze module is het ervaringsgericht leren en uitwisseling daarover met medestudenten.
Korte toelichting samenhang andere onderdelen
Dit vak bouwt het voort op HUM1-20 en HUM1-40, de vakken uit het eerste masterjaar waarin (zorg voor) zingeving wordt geïntroduceerd.
Het vak sluit nauw aan bij de stagepraktijk; het levert basisvaardigheden daarvoor en studenten wordt gevraagd om casuïstiek uit de stage te relateren aan de behandelde perspectieven.
In het vak wordt een sociaal-kritisch perspectief op (begeleiding bij) zingeving gehanteerd; het uitgangspunt is dat processen van zingeving niet los kunnen worden gezien van de sociaal-politieke context; het vak bouwt daarmee voort op Pursuing Social Justice.
Het narratieve perspectief op geestelijke verzorging bouwt voort op onderzoeksbenaderingen uit het vak Meerstemmigheid in de onderzoekspraktijk.
De aandacht voor lichamelijkheid bereidt voor op het vak Rituelen in transitie.