In dit vak maken studenten zich de theorie en praktijk eigen van het vormgeven van een ruimte voor morele deliberatie. Wat betekent het om groepen te begeleiden in een gesprek over het goede daar waar zich in hun leef- en werkpraktijk kleine of juist grote, veelomvattende ethische dilemma’s voordoen? Een vraag die daarbij centraal staat is wat er gebeurt als we processen van morele oriëntatie niet uitsluitend begrijpen als aangelegenheid van een individu, maar primair als praktijk van een groep. We behandelen deze vragen door met vormen van moreel beraad uit het globale Noorden en Zuiden te werken en deze te bespreken in het licht van diverse politiek-filosofische theorieën over de rol van lokale gemeenschappen in veranderprocessen.
Studenten leren morele kwesties van individuen, groepen en organisaties te herkennen, en kritisch te analyseren. Zij leren om deze kwesties in verband te brengen met verschillende stromingen in de ethiek, en om dekoloniaal te werken met de machtsstructuren die het werken met morele dilemma’s in formele en informele instituties karakteriseert. Het kritisch werken met de normativiteit die uitgaat van de eigen rol als gespreksleider én van de vormen van moreel beraad, behoort ook tot dit vak.
In de lessen bekwamen studenten zich niet alleen in het begeleiden van moreel beraden rond eigen casuïstiek uit diverse werkvelden. Het voorbereiden, zelf faciliteren en evalueren van een moreel beraad in de eigen (stage)praktijk maakt onderdeel uit van de eindopdracht. Studenten verdiepen hun begrip van de dynamieken in beraden door het verloop van beraadgesprekken sociaal wetenschappelijk te beschrijven aan de hand van aangereikte literatuur over uiteenlopende relationele thematiek (zoals emoties, macht, belichaming).
Aan het eind van deze module kan de student:
Professionele vaardigheden (4a en 4b)
Toepassen van kennis en inzicht (1b, 2a en 3a)
Leervaardigheden (5)
Aanbevolen: (volgen van) M2-ST1.
Academische kennis, beroepsvaardigheden, persoonsvorming
Academische kennis
Studenten leren zich in dit vak wetenschappelijk te verhouden tot literatuur uit de politieke filosofie en de ethiek die gaat over processen van morele deliberatie. Tevens maken zij kennis met toegepast wetenschappelijke onderzoek naar vormen van morele beraad en zij oefenen in het bijdragen aan dit onderzoek.
Beroepsvaardigheden
In dit vak staan ethische en agogische beroepscompetenties centraal. Studenten doen beroepsvaardigheden op in het begeleiden van individuen en groepen bij ethische vragen en morele dilemma’s. Middels die begeleiding dragen zij tevens bij aan het faciliteren van individuen, groepen en organisaties in veranderings- en ontwikkelprocessen die gericht zijn op humanisering. Vaardigheden om dekoloniaal te werken ten aanzien van bestaande machtsverhoudingen nemen een belangrijke plek in.
Persoonsvorming
Studenten versterken hun eigen levensbeschouwelijke positie, en de vaardigheid om te reflecteren op-, en te werken met de gepositioneerdheid van eigen en andermans morele oordeelsvorming.
Relatie met geestelijke verzorging als breed vak- en taakgebied
De vakinhoud is relevant voor de geestelijke verzorging in brede zin.
Werkvormen
Hoorcolleges, werkcolleges en practica.
Korte toelichting samenhang andere onderdelen
Dit studieonderdeel is een verdieping van het vak Geestelijke verzorging op humanistische grondslag (HUM1-20). In HUM1-20 komt het omgaan met ethische vraagstukken kort (theoretisch) aan bod. In Ethiek in Beraad wordt de omgang met ethische vraagstukken verdiept en behandeld als begeleidingsvraag van een groep mensen. Ethiek in Beraad sluit aan op het keuzevak M2- BVBEG4 Conflict en Geweld. In Conflict en Geweld draait het om situaties waarin verschillen van inzicht over het goede dusdanig verhard zijn dat zij niet meer als dilemma maar als conflict behandeld moeten worden. Met de vakken ‘Geestelijke verzorging vanuit relationeel en narratief perspectief’ en ‘Rituelen’ vormt dit vak een drieluik. Elk van de drie vakken richt zich op andere fasen van het rituele bad van Job Smit. Het wordt aanbevolen om Ethiek in Beraad te volgen naast GV werk- of stagepraktijk.