Een stage is een onderwijsperiode waarin je deelneemt aan een beroepspraktijk buiten de UvH onder begeleiding en op verantwoording van een ervaren professional. Je leert veel door actief mee te doen en bovendien krijg je een goed beeld van waar je staat in je persoonlijke en professionele ontwikkeling.
De manier van leren in een stage heeft specifieke kenmerken. Het gaat om praktisch werken in een lopende beroepspraktijk. Je leert dan op twee manieren: door mee te kijken en door onder begeleiding te werken.
Meekijken - Leren van een voorbeeld. Je ziet een ervaren professional, voor en achter de schermen; het interessantste is misschien nog wel dat je van gedachten kunt wisselen over zijn of haar aanpak, twijfels, problemen en overtuigingen. Jouw commentaar op de professional wordt besproken.
Onder begeleiding werken - Leren door doen. Je krijgt taken toevertrouwd, waarbij de professional (je werkbegeleider) achteraf met je van gedachten wisselt over jouw aanpak, twijfels, problemen en overtuigingen. Nu ontvang je commentaar van de professional.
In die stage kun je ervaring opdoen met het werk van geestelijk begeleiders (geestelijk verzorger, raadsvrouw of -man), allerlei soorten ‘opleiders’ (docent, trainer, voorlichter), allerlei soorten adviseurs (organisatieadviseur, personeelsadviseur, beleidsmedewerker, coach), voorlichters (bijvoorbeeld bij een omroep) of wetenschappers (onderzoeker, wetenschappelijk adviseur, universiteitsdocent).
Meer informatie over stages vind je op Mijn UvH: https://www.uvh.nl/mijnuvh/onderwijs/stagemenu
Na afloop van deelname aan het studieonderdeel M2-ST10 Stage toont/kan de student:
Verplicht: 37,5 ECTS van de verplichte onderdelen afgerond.
Levensbeschouwelijke, arbeidsmarktgerichte en academische vorming
Dit studieonderdeel is vooral beroepsgericht van karakter. De student ontwikkelt kennis, vaardigheden en attitude in de beroepspraktijk onder begeleiding van een professional.
In de reflectie op deze praktijk is ook sprake van levensbeschouwelijke vorming.
Korte toelichting samenhang andere onderdelen
De stage beoogt kennis, vaardigheden en attitude die in eerdere masteronderdelen zijn verworven toe te passen in de praktijk. Andere onderwijsvormen - bijvoorbeeld sommige practica en projecten, of het afstudeeronderzoek - hebben wel eens vergelijkbare eigenschappen als de stage, maar nooit alle tegelijk. In het oog lopende kenmerken zijn: een persoonlijk leerplan, een andere locatie, deelname aan (‘meelopen met’) een activiteit van een ander die ervoor verantwoordelijk blijft. De leerervaringen betreffen niet alleen praktijk in direct contact met cliënten en opdrachtgevers, maar ook je functioneren in de context van de betreffende arbeidsorganisatie, in de positie van medeverantwoordelijke collega: wat breng je mee als werknemer, als collega, als aankomend lid van een professionele beroepsgroep?
Werkvormen
Relatie theorie-praktijk
Er is een sterke relatie tussen theorie en praktijk in dit studieonderdeel. Door het volgen van de stage wordt verworven kennis in de praktijk gebracht en gezien. Door het gelijktijdig volgen van onderwijs op de UvH en het lopen van stage vindt er een directe wisselwerking tussen theorie en praktijk plaats.
Relatie onderwijs-onderzoek
De relatie tussen de stage en onderzoek is deels afhankelijk van het soort stage. Alle studenten dienen hun stage-ervaringen te verbinden met eerder verworven wetenschappelijke theorieën en te onderzoeken of zij een bestaande theorie aan hun ervaring uit de empirie kunnen koppelen.
Mogelijkheid tot specialisatie
De stage beidt veel gelegenheid voor specialisatie; studenten zoeken zelf een geschikte, door de UvH goedgekeurde stageplek die aansluit bij eigen interesses en specialisatiewensen van de student.